I had the pleasure of working on a round table article with four of my dearest Belgian and Dutch colleagues. Academia tends to be a little slow at times, but our debate about Claudia de Breij’s New Years Eve performance (‘oudjaarsconference’) continues to be relevant. Though we started with de Breij’s performance, it quickly led us to a broader discussion about diversity, gender, race and religion in contemporary Dutch public debate.
Citation: Geerts, Evelien; Van Raemdonk, An; van den Brandt, Nella; Schrijvers, Lieke; van den Berg, Mariecke (2018). De oudejaarsconference van Claudia de Breij: Een diffractieve, interdisciplinaire discussie over (super)diversiteit, gender, seksualiteit en religie in de Lage Landen. Tijdschrift voor Genderstudies 21(1): 81-104.
See here for the full article, in Dutch, in Tijdschrift voor Genderstudies.
Abstract
This written version of various conversations came into being as a response to Dutch entertainer Claudia de Breij’s 2016 New Year’s Eve cabaret performance. We were enticed to write something about this performance because of the numerous ambiguities that were present in it. What was striking was the fact that we, a group of Dutch and Belgian academics and activists, working in different disciplines but united by our mutual interests in and passion for the themes of (super-)diversity, gender and sexuality, and religion and societal matters, each interpreted this performance differently. From a conciliatory, interconnecting cabaret performance in which alterity and difference were (re)presented as something positive, to a performance that confirmed already-existing stereotypes rather than subverting them: all these different interpretations and impressions are explained in detail in the following diffractive dialogue that was engendered by and through various conversations that took place in Utrecht, the Netherlands in January, May, August, and September 2017.
Snapshot
Schrijvers (p. 100) : “Na de recente verkiezingsuitslagen van de VS en Nederland, waarbij de extreemrechtse PVV de tweede grootste partij is geworden, lijken meer gematigde partijen in het politieke landschap voor een nieuw dilemma te staan: in hoeverre is het nodig intolerant te zijn om idealen van vrijheid en gelijkheid te beschermen? Deze vragen zijn zowel gericht naar etnischculturele minderheden als naar xenofobe politici zelf: hoe ver kunnen de Nederlandse idealen van gelijkheid en vrijheid gaan, wanneer dit voor anderen een gevoel van onveiligheid kan veroorzaken? Dit zijn vragen die ik vaak hoor in het politiek debat, maar volgens mijn feministische en antiracistische hart de plank compleet misslaan, aangezien het discriminatie en uitsluiting in de hand werkt door middel van nationalistische retoriek. Het zijn wel de dilemma’s waar De Breij op inhaakt, en waar het hele conflict zich dus situeert. Uiteindelijk biedt zij, zoals het een goed verhaal betaamt, tot op zekere hoogte een oplossing voor dit conflict. De Breij is
immers kritisch over dit nationalistische discours, wat inderdaad zou kunnen leiden tot politieke actie. Tegen het einde van de voorstelling, echter, is de conclusie dat Nederland toch echt een ‘gaaf land’ is, en roept de cabaretière op om allemaal ‘wat liever’ te zijn voor elkaar als oplossing voor de verharding van het politieke klimaat. Na een dergelijk kritische voorstelling vind ik dit zelf eerlijk gezegd een wat teleurstellende uitkomst, waarbij de toeschouwer toch met een positief en hoopvol gevoel de zaal verlaat, en het conflict opgelost lijkt te zijn.